Pragmatiek

Dit pakket bestaat uit drie lessen van 50 minuten. In de eerste les wordt het verschil tussen bedoeling en betekenis uitgelegd, ofwel het verschil tussen de semantiek en de pragmatiek. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan ironie, waarbij de grens tussen semantiek en pragmatiek wordt opgezocht door het tegenovergestelde te zeggen van wat er wordt bedoeld. De tweede les gaat over de vraag hoe mensen elkaar begrijpen met behulp van taal. In deze les komen de communicatieprincipes van Grice aan de orde. In de derde les tot slot wordt het concept framing uitgelegd. Dit gaat over de sturende kant van taal. 

 

De drie lessen sluiten op elkaar aan. Dit houdt in dat in les 2 bijvoorbeeld huiswerk van les 1 wordt besproken. Daarnaast wordt in iedere nieuwe les de vorige les kort herhaald, om het geheugen van de leerling weer wat op te frissen. 

 

Tijdens de lessen wordt er aandacht besteed aan de VO-kerndoelen van het vak Nederlands, zoals deze zijn geformuleerd in Besluit kerndoelen onderbouw VO (2010). De focus ligt tijdens deze lessen vooral op spreekvaardigheid en de hieraan verbonden kerndoelen. 

De lessen

Les 1

Betekenis/ bedoeling

Met deze les leren de leerlingen dat taal twee lagen heeft: datgene wat er letterlijk gezegd wordt (semantiek) en wat er bedoeld wordt (pragmatiek). Daarnaast leren de leerlingen dat ironie speciaal is, omdat er dan juist iets anders gezegd wordt dan bedoeld. Bij ironie wordt er met het verschil tussen semantiek en pragmatiek gespeeld.

Les 2

Coöperatie

In deze les leren de leerlingen hoe mensen goed met elkaar kunnen communiceren, ondanks dat er niet altijd gezegd wordt wat er wordt bedoeld. Ze leren wat de vier communicatieprincipes van Grice zijn. Leerlingen krijgen een idee van wat belangrijk is in communicatie, ze denken hier over na en kunnen het zelf toepassen wanneer zij een gesprek voeren. 

Les 3

Framing

Deze les leren de leerlingen wat framing betekent. Ze leren dat taal op meerdere manieren weergegeven kan worden en dat de luisteraar 'gestuurd' kan worden door de tekst van de spreker. Met taal kan de werkelijkheid positief of negatief geframed worden. De leerlingen leren dit verschil en kunnen zelf aan de hand van een voorbeeld een iets negatief of positief framen


PowerPoint

Voor iedere les is er als basis een PowerPoint-presentatie gemaakt. Op de sheets wordt een begeleidende tekst weergegeven, zodat de kern van de les duidelijk en begrijpbaar is voor de docent. Deze tekst kan ook aan leerlingen worden getoond, maar u kan ook uw eigen steekwoorden hiervoor in de plaats zetten.

 

Lesplannen

Per les is er een lesplan gemaakt. Deze planning kan gebruikt worden om de tijd in een les goed in te delen. Als uw les korter of langer duurt kun u iets uit het lesplan halen of juist iets toevoegen. 

 

Werkbladen
Bij elke PowerPoint-presentatie is er voor leerlingen een werkblad gemaakt. Deze werkbladen dienen voor de leerlingen als overzicht van de les. Tijdens de les kunnen ze de opdrachten die op de PowerPoint-presentatie staan invullen op het werkblad. Op deze manier kunnen leerlingen eerst een eigen antwoord invullen, voordat een vraag klassikaal beantwoord wordt. De werkbladen kunnen ook weggelaten worden. 

 

Opdrachten

In de PowerPoint-presentatie van les 1 en les 2 wordt naar een opdracht verwezen. De spelkaartjes die hiervoor gebruikt moeten worden staan in een apart document.  

 

Wetenschappelijke onderbouwing

Om meer diepgang in de lessen te kunnen creëren is ook het document met daarin de totstandkoming van dit lespakket bijgevoegd. Hierin staat een korte samenvatting van de taalkundige literatuur die er over de besproken onderwerpen te vinden is. Ook staat hierin beschreven hoe deze theorie aan de lesonderdelen kan worden gekoppeld. Deze wetenschappelijke onderbouwing kunt u hier vinden.